Rasbeschrijving


Beschrijving van het Soayschaap.
Het Soayschaap is in Nederland een weinig voorkomende soort.
Het Soayschaap heeft vrij hoge benen, is sierlijk gebouwd en heeft een bruine zelf uitvallende vacht. De kop is middelmatig lang. De ogen zijn helder en levendig.
Bij de meeste Soayschapen zijn zowel de rammen als de ooien gehoornd. Bij de ooien zijn de hoorns spits en naar buiten en naar achteren gebogen. De rammen hebben meestal zware, cirkelvormig gebogen hoorns. Bij de schapen op de eilanden Soay en Hirta, behorende tot de st. Kilda-eilanden komen echter ook hoornloze schapen voor, of rammen en ooien met kleine en slecht ontwikkelde hoorns.

Kleur.
Bij de Soayschapen komt een grote variatie in kleuren voor. Het merendeel is bruin en vertoont het zogenaamde mouflonpatroon. De kop, de nek, de rug, de flanken en de vier poten zijn donker gekleurd en de onderkaken, hals, borst, buik en spiegel zijn lichter gekleurd. Er zijn uitzonderingen.
Op de kop komen vaak lichte plekken voor boven de ogen. Op de voorpoten, vanaf het midden van de knie, loopt meestal een lichte streep naar beneden. Eenkleurige zwarte Soay's zijn zeldzaam.
Een derde deel van de Soayschapen is lichtbruin. Er zijn er ook met witte vlekken op de kop en witte voeten. Sommige dieren zijn bont. In Engeland zijn zelfs geheel witte Soay's gefokt.

Vacht.
Bij Soayschapen komen twee typen vachten voor, namelijk een wollige vacht en een meer harige vacht. De wol is kort krullerig en zeer fijn. In de maanden mei en juni valt de vacht uit. Soayschapen worden dus niet geschoren zoals meeste andere schapen. Rammen hebben vaak donker bruine of zwarte manen aan de hals en aan de borst.

Gewicht.
Bij de geboorte weegt een lam ongeveer 2 kg. Dat is veel in verhouding tot de volwassen dieren. De ééjarige rammen wegen 20 tot 25 kg. De éénjarige ooien wegen 15 tot 20 kg. Ze groeien door tot ongeveer 3 jarige leeftijd. De ooien wegen dan 20 tot 25 kg en de rammen 35 tot 40 kg.

Eigenschappen.
De Soay leeft ten opzichte van andere schapen nog dicht bij de natuur en mensen hebben nauwelijks in de raskenmerken ingegrepen. De Soay is zeer geschikt voor begrazingsprojecten, want ze zijn sober en het instinct is goed ontwikkeld. Aan de omstandigheden en wat ze te eten vinden passen deze schapen zich goed aan en ze kunnen goed tegen slechte weersomstandigheden. Ze zijn erg snel. Bij het wegvluchten splitsen ze zich in kleinere groepjes. In tegenstelling tot andere schapen zijn ze slecht op te drijven door honden. De ooien zijn uitstekende moeders, die hun lammeren met zorg grootbrengen.
Daarnaast heeft dit ras een grote resistentie tegen de gangbare schapenziekten.

Bronsttijd.
De paartijd bij de Soay is in de maanden november en december. Als een ooi bronstig is zondert de ram het ooi van de kudde af om er mee te paren. De draagtijd is 5 maanden min 5 dagen (=145 dagen). Een eenjarige ooi krijgt meestal een éénling, oudere ooien krijgen vaak tweelingen. Een drieling is erg zeldzaam, maar komt wel voor. Een Soay lammert zeer snel en gemakkelijk zelf af. In april en mei worden de meeste lammeren geboren. De ooien hoeven voor het lammeren niet te worden opgehokt; ze bepalen zelf of ze binnen of buiten willen werpen. De lammeren zijn levendig, vitaal en direct mobiel.

Rangorde.
Soayschapen hebben een sterke rangorde in de kudde. Dit wordt uitgemaakt door onderlinge gevechten. Vaak is de oudste en sterkste ooi de leidster. De bijlopende rammen houden vaak rituele gevechten.

Tot slot.
Soayschapen zijn uitermate geschikt voor natuurbeheer en voor mensen, die een makkelijk schaap willen houden met, in verhouding tot andere rassen, relatief weinig werk.