Geschiedenis


Soayschapen worden wel beschouwd als de meest primitieve soort onder alle gedomesticeerde schapenrassen. Het meest verwant aan wilde of verwilderde schapenrassen, zowel in uiterlijke kenmerken als in gedrag. Klein van stuk zoals vaak het geval met eilandbewoners, schuw, alert en een goed instinctief gedrag, kleur en aftekening van de vacht als van herten, horens, allemaal kenmerken die een gevolg zijn van de afkomst en de geschiedenis van dit schaap. Daarom is het aardig om deze geschiedenis weer te geven in relatie tot het gedrag en de kenmerken van het Soayschaap.

St Kilda
De schapen kwamen oorspronkelijk alleen voor op het eiland Soay dat deel uitmaakt van de St Kilda eilanden. Een viertal kleine eilanden en enkele rotsen, geïsoleerd gelegen in het barre klimaat van de Atlantische oceaan op 72 km van de dichtst bij gelegen eilanden van de Buiten Hebriden ten westen van Schotland. Het grootste eiland Hirta meet 638 ha, Soay, Boreray en Dun respectievelijk 99, 77 en 32 ha. De hoogste toppen zijn rond de vierhonderd meter hoog. Het is deze omgeving van rotsen, zware golven, wind en regen waar de Soayschapen zich hebben gehandhaafd samen met zeevogels en een kleine menselijke nederzetting op het eiland Hirta.

Over deze nederzetting, die in 1930 geëvacueerd werd, zijn een aantal studies verschenen vanwege de bijzondere geschiedenis en gewoonten van zijn bewoners. Aangenomen wordt dat het eiland al voor de komst van de Noormannen bewoond werd. De Noren werden vervolgens geleidelijk vervangen door Keltisch sprekende mensen. Sinds 1957 is er overigens weer sprake van menselijke aanwezigheid door de vestiging van een militaire radarpost.

De Soayschapen lijken het meest verwant aan de prehistorische schapen die reeds in de periode van 5000 voor Christus op de Britse eilanden werden ingevoerd. Deze rassen handhaafden zich tot in de Middeleeuwen op het vaste land waarna ze werden verdrongen door gefokte rassen. De Soayschapen hebben zich kunnen handhaven dankzij de geïsoleerde ligging en de slechte verbindingen met het vaste land. Het lijkt aannemelijk dat de Soay's er al waren voor de komst van de Noormannen getuige de naamgeving van het eiland. Soay is Noors voor schapeneiland. Maar het is slechts een van de mogelijke theorievarianten.

Lange tijd zullen de Soay's van St Kilda in halfwilde staat geleefd hebben en slechts als "oogst" voor de bewoners van Hirta gediend hebben. Een kenmerk van de Soay's en die van rassen waar weinig of niet mee gefokt is, is de grote variatie zoals in kleur van lichtbruin tot donkerbruin, zwarteenkleurig en een enkel exemplaar met witte vlekken, variatie in vacht, in wel en geen horens of slechts rudimentaire horens. Ook komt het voor dat een soay vierhoornig kan zijn; twee normaal ontwikkelde horens en twee rudimentaire die er later afvallen.

Op Soay zelf zijn in de zestiger jaren waarnemingen gedaan die wijzen op een groot aandeel (ca.80%) ongehoornde ooien. In dat licht bezien is de ontwikkeling van de "Europese" Soay's, waar bij schapenhouders een voorkeur voor gehoornde ooien bestaat, niet in overeenstemming met de oorspronkelijke Soay's. Voorkeur bij het fokken voor bepaalde uiterlijke 'edele' kenmerken leiden tot een afwijkende standaard ten opzichte van het oorspronkelijke type.

Dit kan pleiten voor een fokmethode waarbij Soay's in grotere kuddeverbanden gehouden worden in omstandigheden die voor zover mogelijk lijken op hun oorspronkelijke leefomgeving.
Duingebieden benaderen deze sobere omstandigheden, waarbij bijvoorbeeld in hun zoutbehoefte op natuurlijke wijze wordt voorzien.

Het dekken van de ooien wordt in kudden met grote aantallen rammen op natuurlijke wijze beslist. Dus niet door uiterlijke kenmerken maar door eigenschappen die wij wellicht niet kennen. Een ander aspect hiervan is dat het gedrag van de schapen veel natuurlijker en socialer is dan die van enkele exemplaren in een weiland.

Soayschapen die in de duinen worden gehouden zien er veelal mooier uit dan soayschapen die in een weiland grazen; de vacht is dieper van kleur en ze zien er vitaler uit, ondanks dat aan het eind van de winter vele vooral jonge rammen sterk vermagerd zijn.

Ten tijde van de bewoning van Hirta werd het eiland Soay bevolkt met een kudde van ca 200 Soay's. De overige eilanden met Blackface schapen. Met de evacuatie van de bewoners werden ook de Blackface van Hirta meegenomen, de Blackface op Boreray en de Soay's op Soay werden achtergelaten. In 1932 werden door de toenmalige landeigenaar de achtergebleven Blackface op Hirta neergeschoten waarna hij een kudde van 107 Soay's ving en overbracht naar Hirta.

Het vangen van zo'n aantal op een dergelijk rotsachtig eiland moet een geweldige opgave zijn geweest als je bedenkt dat Soayschapen zich niet of nauwelijks bijeen laten drijven door herders en honden. Ze moesten dus afzonderlijk worden opgejaagd en gevangen.

Momenteel leeft er op Hirta een kudde die in aantal fluctueert rond de 1500 stuks. De St Kilda eilanden zijn tot beschermd natuurreservaat verklaard en nog steeds geïsoleerd en moeilijk bereikbaar.

In Europa is de Soay verspreid onder liefhebbers en natuur beherende organisaties in Engeland en Schotland, Duitsland, België en Nederland. In Nederland grazen er ongeveer vier- tot vijfhonderd soayschapen.

Uit gegevens van internet websites blijkt dat er ook Soay's in kleine aantallen in de Verenigde Staten worden gehouden.

zie verder:

(engels) de eilanden van St. Kilda.
(engels) wikipedia - eiland soay.
(engels) een fascinerend tijdsbeeld van St.Kilda anno 1928.